Over mij >> Stukjes >> Coronawoorden

Coronawoorden

maart/april 2020

Op afstand
Is het ‘Houd’ of ‘Houdt’ in ‘Houd afstand’? En ‘Meld u aan’ of ‘Meldt u aan’?
‘Houd afstand’ is hier duidelijk gebiedende wijs. Dat had u inmiddels wel begrepen. Dus is het ‘Houd’ zonder ‘t’. Vergelijk: ‘Loop door.’ ‘Stuur een kaart naar je oma(!).’ Iets vriendelijker kan ook: ‘Houdt u (alstublieft) afstand’. Dan is het geen gebiedende wijs maar meer een aansporing. Het onderwerp is dan ‘u’ en ‘houdt’ krijgt een ‘t’. Vergelijk: ‘Loopt u alstublieft door’.

Hoe zit het dan met ‘zich aanmelden’, met ‘zich’ als wederkerend voornaamwoord? Dat wordt in de gebiedende wijs: ‘Meld u aan voor 15 mei’ met ‘u’ als wederkerend voornaamwoord. Of iets vriendelijker: ‘Meldt u zich (alstublieft) aan voor 15 mei’. Geen gebiedende wijs, ‘zich’ is wederkerend voornaamwoord en ‘u’ onderwerp. Daarom krijgt ‘meldt’ in deze constructie wel een ’t’.

Overigens lijkt aanmelden voor 15 september veiliger deze dagen.

Hart onder de riem
De uitdrukking horen we inmiddels iets minder vaak, maar in de eerste helft van deze drie corona-thuis-weken (16 maart t/m 5 april) staken we elkaar veelvuldig en met liefde een ‘hart onder de riem’. Oftewel, we spraken elkaar moed in met woord en gebaar. Maxima in een ziekenhuis in Breda, Rutte in een supermarkt, het applaus voor het zorgpersoneel, de meezingliedjes vanuit de tuin van een verzorgingstehuis.

Maar waar komt die uitdrukking vandaan? Onze Taal heeft een heldere verklaring:

“De uitdrukking komt uit het soldatenleven. Hart betekent hier ‘moed’, net als in bijvoorbeeld ‘Heb het hart eens dat te doen!’ (‘dúrf dat eens te doen, en ik zal je straffen!’). De riem was een band die schuin over de borst liep. De soldaat die onder die riem geen ‘hart’ heeft, heeft dus geen moed en kan niet dapper vechten. Er moet dan wat hart/moed onder de riem aangebracht worden. Het hart (dus: de moed) wordt als het ware ‘in het lichaam gestopt’ van de soldaat die er gebrek aan heeft.”

Doorwerkers
Rutte sprak zijn bewondering uit voor alle ‘doorwerkers die ons land draaiende houden’. ‘Zeker in de zorg.’ voegde hij eraan toe (persconferentie 31 maart 2020). ‘Doorwerker’, aardige variant op ‘doorwerken’. Gelukkig zijn er ook veel doorwerkers vanuit huis. Thuisdoorwerkers?

Schalen
Van de kant van deskundigen uit de medische zorg horen we veelvuldig de term ‘opschalen’. Ook ‘afschalen’ komt voorbij. Maar opschalen komt eerst: meer intensivecarevoorzieningen door het hele land en pas als het aantal opnames op de intensive care minder wordt, kunnen we denken aan afschalen. Zover is het nog niet.

‘Corona’combi’s
Alle combinaties met ‘corona’, schrijven we die aan elkaar of niet? ‘Coronamaatregelen’, ‘coronavirus’, ‘coronatest’? Aan elkaar dus. Het zijn ‘maatregelen’ vanwege de ‘corona-uitbraak’, het is geen ‘griepvirus’ maar een ‘coronavirus’. ‘Corona’ is in deze samenstellingen geen bijvoeglijk naamwoord, zoals ‘vervelende’ in ‘vervelende maatregelen’ of ‘hardnekkig’ in ‘een hardnekkig virus’. Voor je gevoel toch liever een streepje? Alleen als je daardoor botsende klinkers vermijdt en dus de uitspraak vergemakkelijkt, zoals bij ‘corona-uitbraak’.
Hmm, hoe zit het dan met ‘corona-thuis-weken’? Zelf bedacht, daarom vond ik streepjes meer op hun plaats. Maar volgens de regel zijn het dus ‘coronathuisweken’.

Coronawoordenboek
Ewoud Sanders maakte in zijn taalrubriek in het NRC van woensdag 1 april 2020, melding van het coronawoordenboek van Ton den Boom, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale. Met ruim driehonderd woorden, ‘van anderhalvemetereconomie tot zwaaibezoek’. Dus wil je meer coronawoorden zien? Neem eens een kijkje op de Taalbank.

‘In z’n eentje’
Tot slot, tijdens het journaal ergens in april op het dieptepunt van de crisis, hoorde ik ‘Hij is in z’n eentje gecremeerd’. Over wie het ging, weet ik niet meer, in elk geval over iemand die overleed door corona. Het doet er niet toe. Wat er wel toe doet is dat deze constatering, door z’n inhoud én z’n ietwat onbeholpen vorm, de triestheid van deze en vergelijkbare overlijdensgevallen treffend samenvatte. Door een verslaggever die misschien ook niet meer wist hoe en wat ‘ie erover moest zeggen.