Over mij >> Stukjes >> Taalgrens voorbij

Taalgrens voorbij

Tijdens mijn wandeling op de Noord-Nederlandse pelgrimsroute ‘Het Jabikspad’, passeerde ik een heuse taalgrens: de grens tussen het Stellingwerfs en het Fries bij Mildam. Voorbij het bord ‘U passeert een taalgrens’ draaide ik me nog eens om, op het uitgestrekte weiland dat ik achter me liet, vloog een ‘earrebarre’ op, daar nog een ‘sturk’ (foto even aankliken). Ik vervolgde m’n weg naar het fraaie Oranjewâld. Daar stuitte ik tot m’n verrassing op het kleine, moderne museum met de naam ‘Belvédère’, Frans, letterlijk te vertalen als ‘schoonzicht’.

En trouwens, ik logeerde in Paasloo, een lommerrijk dorpje ten zuiden van Wolvega. Als ik geweten had dat bij het oude kerkje de dichter J.C. Bloem begraven ligt, was ik even gaan kijken. Hij heeft onze taal immers verrijkt met vele mooie dichtregels, waaronder deze:

Het regent en het is november:
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt.

Ach ja, gelukkig waren het prachtige oktoberdagen toen ik mijn wandeling maakte en daar vanuit Paasloo, weer verder trok het kerkje achter me latend. Evenals Bloems grafsteen met de regels:

Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij